“Onwijs interessant”, zei één van de deelnemers na afloop van de SIR workshop “Participatieraden: Hype of hulp?” op 1 oktober 2020. En zo was het! Volgens de deelnemers aan de workshop zijn participatieraden (of adviesraden) absoluut geen hype! Participatieraden zijn dé verbindende schakel tussen de samenleving en het gemeentehuis.
Door de participatieraden wordt veel werk verzet. Regelmatig boeken ze successen voor burgers. En ook gemeenten nemen participatieraden steeds serieuzer bij de ontwikkeling van gemeentelijk beleid. Toch zijn er ook nog grote uitdagingen. De belangrijkste leerpunten uit de workshop, waaraan zowel leden van participatieraden als gemeenteambtenaren deelnamen:
- Participatieraden zijn een efficiënt en effectief middel om het college van B&W en het gemeentehuis te verbinden met de samenleving. Met de adviezen van de participatieraden sluit het beleid beter aan bij de behoefte van de inwoners.
- In de raden zitten leden met een zeer diverse achtergrond, met een onafhankelijke voorzitter en bij voorkeur ondersteund door een secretaris (beschikbaar gesteld door de gemeente). Die diversiteit waarborgt dat alle groepen burgers vertegenwoordigd zijn of zich vertegenwoordigd voelen. Dát is de toegevoegde waarde, en meteen ook een uitdaging. Hoe krijg je bijvoorbeeld jongeren zover om mee te denken over gemeentelijk beleid?
- Historisch is het werkterrein van participatieraden beperkt tot het sociaal domein (ingegeven door Gemeentewet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Participatiewet en de Jeugdwet) met onderwerpen als zorg, welzijn, wonen, vervoer, werk, inkomen, participatie en leefbaarheid. Dat werkt prima en geeft focus. Soms echter is het goed ook aanpalende gebieden (bijvoorbeeld wonen, ruimtelijke ordening of duurzaamheid) mee te nemen en een meer integrale aanpak bij adviezen te hanteren.