Wat betekent het betrekken van laaggeletterden voor je participatie- en communicatieaanpak? Waar houd je rekening mee als je mensen betrekt die moeite hebben om te begrijpen wat er in de brieven van de gemeente staat. Hoe betrek je ze dan? Hoe ga je hier mee om? In de afgelopen workshop zijn we ingegaan op de vraag ‘Hoe betrek je laaggeletterden?’ en hebben we geprobeerd om deze vraag te beantwoorden. In dit artikel proberen we het antwoord op deze vraag samen te vatten in 5 leerpunten.
Communityleden kunnen de workshop gratis terugkijken in de Academie. Ben je nog geen lid? Lees hier meer over het Basisprogramma Participatie.
Het eerste punt dat we van de workshop hebben geleerd, is dat laaggeletterdheid veel voorkomt en wijdverspreid is. Je weet op voorhand niet wie er laaggeletterd is. Als je contact hebt met professionals, dan is de kans klein dat je te maken krijgt met laaggeletterden. Maar zodra je een groep inwoners betrekt is de kans aanwezig dat je ook te maken hebt met mensen die laaggeletterd zijn.
Houd er dus rekening mee als je de afweging moet maken welk perspectief je nodig hebt voor het beantwoorden van je participatievraag. Als je het inwonersperspectief nodig hebt, dan mag iedereen meepraten. In dit geval moet je dus rekening houden met laaggeletterdheid.
Er zijn enkele basisprincipes die zowel opgaan voor het inrichten van je communicatie als je participatie. Zorg voor een begrijpelijke inhoud: vraag jezelf hardop af ‘Wat ik daar eigenlijk mee bedoel’ en communiceer deze boodschap.
Denk goed na over hoe je je participatie en communicatie indeelt. Omdat laaggeletterden moeite hebben met lezen zijn teksten niet het meest geschikt. Audiovisuele communicatievormen zoals filmpjes en plaatjes zijn beter. Hoewel het tegenstrijdig lijkt, zijn sociale media een goed medium om dit publiek te bereiken. Sociale media kunnen je helpen om op een laagdrempelige manier een groot publiek te bereiken met filmpjes en visuals.
Alhoewel digitale communicatie niet altijd een barrière vormt voor laaggeletterden, kunnen veel laaggeletterden wel makkelijk verdwalen op websites. Een voorleesfunctie kan hier heel erg bij helpen.
In de communicatie (en dus ook in participatie) geldt dat hoe persoonlijker je communiceert, hoe beter de boodschap over komt. Je helpt mensen die laaggeletterd zijn door ze de mogelijkheid tot persoonlijk contact te bieden. Zo kun je bijvoorbeeld samen een vragenlijst invullen.
Iets anders wat je kunt doen bij de inrichting van je participatietraject, is kiezen voor een participatievorm die synchroon is. Bijvoorbeeld een inloopuur waar mensen vragen kunnen stellen. Stimuleer daarbij interactie en check of de inhoud begrepen is. Dit doe je omdat veel mensen het toch wel lastig vinden om toe te geven dat ze de inhoud niet goed snappen.
Het laatste leerpunt is misschien een beetje een dooddoener. Communicatieprofessionals doen namelijk allemaal hun best om duidelijk te communiceren. Maar, we merken ook in onze eigen praktijk dat het lastig blijft om op zo’n manier te communiceren dat iedereen betrokken wordt. Het betrekken van laaggeletterden in je participatie- en communicatieaanpak kost tijd, aandacht en daarom ook geld. En dat terwijl de meeste trajecten het liefst gisteren nog afgerond moesten zijn. Houd hier dus van te voren rekening mee als je je participatie- of communicatieplan maakt.
Wil je misschien meewerken aan ons onderzoek om onze website te verbeteren? Je kunt dan onze vragenlijst invullen d.m.v. onderstaande knop.