“Jullie hebben alles toch al bedacht. Het maakt niet uit wat ik ervan vind.”
“Ik wil geen fietssnelweg door ons dorp!”
“Ik wil geen windmolen in onze achtertuin!”
Boze inwoners. Die een weg zoeken om hun emoties te uiten. Ze zijn boos, teleurgesteld, gefrustreerd…
Tijdens de workshop van 6 juli jl. hebben we met elkaar voorbeelden gedeeld van participatieprocessen waar de emoties hoog opspeelden. Zoals de aanleg van een wind- en/of zonnepark, de vestiging van een school in een woonwijk, huisvesting van arbeidsmigranten en de komst van een busbaan langs woningen. Hoe ga je daarmee om?
Om te weten hoe we met emoties kunnen omgaan, moeten we eerst weten wat emoties zijn. Aan de hand van het model van neurologische niveaus van NLP (Neurolinguïstisch programmeren) hebben we emoties gedefinieerd. Emoties ontstaan als iemands persoonlijke waarden worden overtreden. Dat kan bijvoorbeeld gaan over de persoonlijke waarde van leefcomfort dat wordt overtreden als er een windmolen in de achtertuin komt (die overlast veroorzaakt). Of de persoonlijke waarde van veiligheid die wordt overtreden door de aanleg van een fietssnelweg. Veelal is er sprake van aannames en beeldvorming. In het geval van de fietssnelweg gaat men er bijvoorbeeld vanuit dat er alleen hele snelle en onveilige elektrische fietsen over de fietssnelweg gaan. Terwijl de werkelijkheid hoogstwaarschijnlijk anders is. Feiten doen echter niet altijd mee als er emoties in het spel zijn.
Veelal wordt gedacht dat je in het gesprek zelf de emoties moet oplossen. Uiteraard heb je daar iets te doen, maar je kan veel eerder in je proces al rekening houden met (mogelijke) emoties. In de workshop hebben we de emotiekatalysator gedeeld. Met de emotiekatalysator maak je bewuste keuzes in je participatieproces, waardoor je ‘grip’ krijgt op emoties. Je gaat ze mogelijk niet voorkomen, maar je kan het wel beter een plek geven. De emotiekatalysator bestaat uit drie elementen:
We lichten de drie elementen hieronder toe.
Het maken van een participatieaanpak is de eerste stap in een participatieproces. In onze trainingen en programma’s leren wij deelnemers een participatieaanpak te maken op basis van onze methodiek Relevant Gesprek©. Het is belangrijk dat je vooraf weet met wie je waarover in gesprek gaat en wat de ruimte voor inbreng is. Dat voorkomt veel teleurstelling achteraf. Als een onderwerp veel emoties met zich mee brengt, dan kan je ervoor kiezen de participatieaanpak samen te maken met (een groep van) inwoners/belanghebbenden die kritisch zijn. Betrek ze in het proces om te bepalen hoe je samen tot een gedragen eindresultaat komt.
De gespreksvorm is van invloed op het gedrag van de deelnemers. Een plenaire bijeenkomst in een zaal met 100+ deelnemers heeft een andere dynamiek dan 10 tafels met 10 deelnemers. Bij het kiezen van gespreksvormen maken we een onderscheid tussen synchrone en asynchrone gespreksvormen. Bij synchrone gespreksvormen ben je op hetzelfde moment op dezelfde plek, zoals een spreekuur, een online informatieavond of een wijkschouw. Met asynchrone bijeenkomsten ben je niet op hetzelfde moment op dezelfde plek, denk aan een digitale enquête, forum, prikbord. Je kunt je voorstellen dat je met asynchrone gespreksvormen meer grip hebt op de emoties. Dat geldt ook voor synchrone gespreksvormen die klein en persoonlijk zijn: kleine groepen in een persoonlijk gesprek werken beter dan grote groepen met een plenair gesprek. Dus als je weet dat emoties spelen; kies je gespreksvormen slim.
Je hebt je participatieaanpak samen met betrokkenen gemaakt, je gespreksvormen slim gekozen en tòch zijn er inwoners die emotioneel zijn en het participatiegesprek overnemen. Wat nu?
Met slimme gesprekstechnieken kun je weerstand draaien naar begrip. In de workshop hebben we twee gesprekstechnieken besproken en geoefend: ‘mismatchtaal’ en ‘chunken’. Deze technieken zijn afkomstig van NLP en heel bruikbaar in de setting van participatiegesprekken. Met ‘mismatchtaal’ beweeg je mee met de weerstand van de inwoner. Je gebruikt letterlijk dezelfde woorden. Op die manier voelt iemand zich gehoord. Vervolgens ga je op zoek naar de persoonlijke waarde die overtreden wordt met de gesprekstechniek ‘chuncken’. Als je de persoonlijke waarde gevonden hebt, dan kun je daar antwoord op geven. Stel dat een inwoner zegt: “Ik wil geen fietssnelweg door mijn dorp, want dan fietsen er straks allemaal snelle paddelacs en elektrische fietsen langs mijn voordeur.” Dan speelt ‘veiligheid’ als persoonlijke waarde een rol. En dan weet je dat je hier, zowel in het gesprek zelf als in de communicatie over het project, iets mee moet doen.
Wil je ook leren hoe je ‘grip’ krijgt op emoties bij participatie? Volg dan de Basistraining Relevant Gesprek® of meld je aan voor het Masterprogramma Participatie om te leren hoe je een participatieaanpak maakt en gespreksvormen kiest. Er is ook een module ‘Gesprekstechnieken voor participatie’, als onderdeel van het Masterprogramma.
Wil je misschien meewerken aan ons onderzoek om onze website te verbeteren? Je kunt dan onze vragenlijst invullen d.m.v. onderstaande knop.