In gemeenteland is het woord ‘overheidsparticipatie’ niet meer weg te denken. De samenleving vraagt steeds meer om een gemeente die ruimte biedt aan eigen ideeën en initiatieven van inwoners. Astrid Muijsers werkte van september 2001 tot juli 2016 als communicatieadviseur bij de gemeente Enschede en was als participatiecoach bij verschillende projecten in de stad betrokken. We spreken met Astrid over haar ervaringen en de do’s en don’ts op het gebied van overheidsparticipatie.
“Het eerste project wat me te binnen schiet is Henk Ontwerpt. In 2012 moest er in de wijk Stroinkslanden een stuk groen heringericht worden. Aan de bewoners werd een aantal ontwerpers voorgesteld, die konden helpen bij het ontwerp. De wijk koos voor Henk. Hij stelde vervolgens voor het stuk groen op te knippen in kleine stukjes. Alleen de direct omwonenden werden bij een bepaald stukje groen betrokken. De informatie werd dichtbij de bewoner gebracht en was vooral erg specifiek. Henk zorgde voor dat stukje persoonlijke benadering vanuit de gemeente. Hij deelde zijn ontwerpen via Facebook, zodat mensen direct feedback konden geven en bij konden sturen. Ook werden de bewoners gevraagd wat zij nodig hadden om het groen zelf te onderhouden. Anno 2016 verzorgen ze het onderhoud nog steeds zelf; de gemeente faciliteert.
Een ander mooi voorbeeld is de Duurzame Ontmoeting, waarbij inwoners, ondernemers en instellingen bij elkaar werden gebracht om samen een duurzaam idee te bespreken. Deze dag leidde uiteindelijk tot 19 duurzame deals (afspraken). De gemeente had hier een faciliterende rol: zij organiseerde het gesprek. Mooie eyeopener was dat er ook al verschillende bijzondere initiatieven van inwoners waren op het gebied van duurzaamheid”.
“Ik snap je vraag, maar helaas werkt het niet zo makkelijk. Na afloop van Henk Ontwerp zei iedereen: ‘We moeten elk project zo aanpakken!’. Maar niet ieder onderwerp leent zich hiervoor. Vooral fysieke thema’s passen heel goed bij dit soort specifieke methoden. En dan gaat het vooral om het dichtbij brengen van specifieke, relevante informatie.
Elk (beleids)thema vraagt om een andere aanpak en niet elk project leent zich voor participatie. Als organisatie moet je leren keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Participatie kost veel tijd en er is bij veel gemeenten vaak een hoge werkdruk. Voor veel medewerkers voelt het (nu nog) alsof je het er bij moet doen. Maar het moet juist onderdeel worden van je werk. Als je echt met participatie wilt werken, dan vraagt dit om een andere manier van organiseren. Het is geen middel, maar een werkwijze.”
“De stadsdelen in Enschede betrekken inwoners en partners in de stad al heel lang. Een recent voorbeeld is de totstandkoming van het nieuwe welzijnsbeleid in Enschede. Om input op te halen gaat de gemeente op meerdere momenten dit jaar in gesprek met de stad. Denk aan een stedelijke enquête, (verdiepende) stadsdeelgesprekken en een samenbrengsessie met betrokkenen.
Voor de stadsdelen is deze werkwijze dus eigenlijk niet nieuw. Om input op te halen voor de stadsdeelagenda’s organiseerden ze bijvoorbeeld een spel, waarbij inwoners konden aangeven welke thema’s volgens hen prioriteit hadden. Dit is de pot met geld: verdeel het maar! Ook kon men aangeven of de verantwoordelijkheid bij de gemeente, de bewoners of andere partijen lag. Ontzettend mooi om te zien hoe dit werd opgepakt.”
“Dit heeft onder andere met werkdruk te maken, maar vooral ook hoe we als gemeente georganiseerd zijn. De ambtenaar moet zich vrij genoeg voelen om te experimenteren. Participatie is ontwikkeling, dus je zult iedere keer moeten bijsturen. Een organisatie als een gemeente is hier vaak niet op ingericht. Er zijn zoveel factoren waar je rekening mee moet houden. Denk aan landelijke regelgeving, lokale regelgeving en dan wil je ook nog dat je beleid zoveel mogelijk bijdraagt aan het welzijn van zoveel mogelijk van je inwoners. Participatie heeft pas kans van slagen wanneer er meer integraal gewerkt wordt, zowel intern als met de buitenwereld. Een andere reden is denk ik dat direct contact met de buitenwereld nieuw en daarmee juist ook spannend is. En ook een stukje angst van de ambtenaar: kan ik eigenlijk wel waarmaken wat we hier bespreken? En ben ik dan verantwoordelijk? Daar moet je binnen je organisatie over praten. In Enschede zijn we daar volop mee bezig”.
“Doe een omgevingsanalyse. Heel belangrijk. Met welke partijen heb je nou eigenlijk te maken? Welke belangen spelen er voor hen? En als je het hebt over verbinding maken en het geven van relevante informatie; dan moet je weten tegen wie je het hebt. Bovendien geeft het overzicht en daar hebben veel medewerkers behoefte aan. Een andere belangrijke is het ‘in gesprek blijven’ met je publiek. Je hebt de mensen vast, laat ze dan niet meteen weer los. Zorg ervoor dat je het contact structureel organiseert en dat iemand binnen de organisatie dit onder de aandacht heeft. En tot slot: zorg ervoor dat je vroeg in het proces betrokken wordt, zodat je de juiste vragen kan stellen. Communicatie in het hart van beleid dus.”
“Een goede manier om kennis te behouden, is het aanstellen van een verbindingsmanager of participatiecoach. Hij of zij kan de basisprincipes uitleggen, meedenken, interne trainingen geven etc. Vaak is een dergelijke rol niet geborgd. Gelukkig staat participatie steeds vaker op het netvlies van de communicatieafdeling van een gemeente. En wordt het meegenomen bij diverse projecten. Maar eigenlijk is participatie niet alleen van communicatie. Het moet vooral in de organisatie landen en dat heeft echt tijd nodig. De verhouding tussen ambtelijk en bestuurlijk zit soms nog in de weg. En er spelen veel (politieke) belangen. Wel komt er steeds meer besef dat we eigenlijk niet zonder participatie kunnen. Samen maken we onze leefwereld. Dit is een belangrijke eerste stap.”
Verbinding maken is spannend Dat ambtenaren het spannend vinden om direct contact te maken met de doelgroep, herkennen we zeker. Tijdens de Duurzame Ontmoeting maakten ambtenaren en inwoners/ondernemers concrete deals voor het vervolg. Door deze directe verbinding, groeide uiteraard ook het verantwoordelijkheidsgevoel en de betrokkenheid van de medewerkers. En dit natuurlijk anders dan men vaak gewend is.
Participatie is geen middel, maar een werkwijze Wat we ook weleens tegenkomen in de praktijk is dat participatie meer een doel op zich wordt. Maar participatie is geen onderdeel van de middelenmix. Het is inderdaad meer een werkwijze, een andere manier van denken en doen. En niet ieder traject leent zich voor participatie.
Astrid werkte sinds 2001 als communicatieadviseur bij de gemeente Enschede en was als participatiecoach aangehaakt bij uiteenlopende projecten in de stad. Het afgelopen jaar gooide Astrid het roer om en startte haar eigen praktijk: Sterrenkracht Kindercoaching. Als coach helpt ze gevoelige en intuïtieve kinderen bij het (her)ontdekken van krachten en talenten.
Lees het interview hier:
Wil je misschien meewerken aan ons onderzoek om onze website te verbeteren? Je kunt dan onze vragenlijst invullen d.m.v. onderstaande knop.